The Making off

 

Wanneer de dagen kort zijn, en de zon vaak dagenlang niet door het grauwe wolkendek heen komt, is het soms moeilijk voor mij als natuurfotograaf om inspiratie te vinden. Het blad is van de bomen, en ligt nat en bruin op de bosbodem, het rottingsproces is begonnen. Het wild houdt zich veelal verscholen, en de dagen waarop je mooie landschapsfoto's kunt maken zijn schaars.

 Eind 2017 liep ik door de grauwe bossen van Planken Wambuis, op zoek naar inspiratie. Na een lange wandeling stuitte ik op een pracht van een omgevallen berk. De deels met mos bedekte stam lag robuust tegen de rand van een halfopen landschap, waar berk en eik door elkaar heen stonden. Een plan werd geboren, en de stam werd van alle kanten grondig geïnspecteerd, en allerlei ideeën kwamen in mij op. Op deze plek wilde ik vogels gaan fotograferen met de groothoeklens. Met dit prachtidee op zak, ging ik vol goede moed richting huis, en binnen de kortste keren sloeg ik een hoeveelheid vogelpinda's, zonnebloempitten, strooivoer en vetbollen in.

In de volende periode ging ik meerdere keren per week naar deze plek, om bij te voeren. Dit kostte wel wat tijd, aangezien ik er een half uur over deed om er vanaf huis te komen. Toch zette ik hierin door, en na een paar weken werd mijn inspanning beloond, al het voer werd telkens opgegeten door de vogels. Dit gaf mij het gevoel dat ik ermee door moest gaan, en zelfs 's avonds na een lange werkdag in het donker ging ik soms bijvoeren. 

Toen brak het moment aan dat ik op een vrije maandag in februari bij mooi weer kon gaan aanzitten. De driepoot met daarop mijn camera met 16-35 lens werd opgesteld en gecamoufleerd met takken en mos. Ook mijn Lee ND6 grijsverloopfilter werd op de lens geschroefd, om het verschil in helderheid tussen de stam in de voorgrond, en de lucht daarboven kleiner te maken. Hierdoor verloor ik wel wat sluitertijd, maar bij goede omstandigheden zou dat niet zoveel uitmaken, en uiteindelijk zorgt dat filter voor een veel mooier kleurverloop in de foto's.

Gewapend met de afstandsbediening camoufleerde ik mezelf helemaal en ging zitten tussen een oude eikenstobbe 15 meter verderop. Het wachten was begonnen. Binnen een half uur kwamen er merels en mezen op de stam af, al het voorwerk en het lange bijvoeren wierpen nu hun vruchten af. Een poosje later hoorde ik de Grote bonte Specht zijn karakteristieke 'PIEK' geluid maken, en even later dook hij op de stam. Uiteindelijk wisselden drie spechten elkaar af, soms zaten ze ook tegelijkertijd op de stam. Maar het was een grote stam, en ik kwam erachter dat het nog knap lastig was de spechten op precies de juiste plek te krijgen. De meeste foto's mislukten dan ook, en ook kwam ik erachter dat ik beter geen zonnebloempitten meer op de stam kon verstoppen, omdat de boomklevers deze op de stam kapot maakten, om de zaadjes op te eten. De schildjes bleven dan overal achter op de stam, en die wilde ik niet op de foto hebben. 

De week erop was ik vrij, en het beloofde koud te worden, naar Nederlandse begrippen. Temperaturen van -15 tot-18 zijn niet prettig om lang in stil te zitten, maar wel erg geschikt om vogels te fotograferen, deze kwamen met deze temperaturen volop op het voer af. De camera werd op verschillende manieren opgesteld, en de eerste mooie resultaten dienden zich aan. Ook was er vaak frustratie omdat het toch lastig bleef de vogels op precies de juiste plek te krijgen. Toen volgde er een dag met sneeuw, het weer was werkelijk fantastisch, helemaal toen het weer begon te sneeuwen, terwijl in de achtergrond de opkomende zon tussen de wolken doorscheen. Deze sfeer was werkelijk magisch, maar de vogels bleven weg. Ook toen het ophield met sneeuwen, bleven de vogels uitermate schuw en kwamen bijna niet meer op de stam, juist nu deze prachtig bedekt was met een laagje poedersneeuw. Gelukkig was er één specht die de stoute schoenen aantrok, en er eventjes heel mooi voor ging zitten. Één van de foto's die ik hiervan maakte, leverde me later in Antwerpen een 'Highly Commended' op tijdens de fotowedstrijd van 'Lowland Photofestifal'. 

Hierna duurde het wachten steeds langer. Met bevroren vingers en tenen zat ik urenlang op m'n driepoot stoeltje tussen de kromme scheuten van de eikenstobbe, en op één van die keren gebeurde er iets heel bijzonders. Schuin achter mij hoorde ik wat rumoer, en vanuit mijn ooghoek zag ik beweging. Vanwege de kou verliet in die periode een roedel van 10 edelherten het rustgebied om op zoek naar voedsel te gaan op het veld verderop. Dit roedel stond nu een meter of 40 bij mij vandaan, getroffen door mijn geur, mijn kant op te kijken. Ze stonden zo ongelooflijk mooi tussen de oude kromme eiken en de bosbesstruiken, echt prachtig. Met mijn camera verderop op de stam gericht, kon ik niets anders dan vanachter het gaasje in mijn camouflagekleed naar ze kijken. Ze bleven een minuut of 10 op een afstandje staan, wantrouwend naar de onbekende geur, mijn kant op kijken. Grote geweien bewogen heen en weer tussen het kromme eikenbos. Toen draafden ze statig weg, mij achterlatend met een prachtige herinnering van deze bijzondere ontmoeting. Zo maak je nog eens iets mee wanneer je zo gecamoufleerd in het bos zit voor langere tijd.

Toen ik de volgende dag weer urenlang voor niets aangezeten had, er kwam namelijk geen vogel meer op de stam, besloot ik ermee te stoppen. Ik wist niet goed wat er aan de hand was, maar voordat ik daar nog veel langer over na kon denken, diende de oorzaak zich aan. Op het moment dat een dappere koolmees eventjes op de stam ging zitten op zoek naar voer, klapte er een sperwer vanuit het niets omlaag, de koolmees op een haar na missend. Dit was dus de reden waarom de vogels zo schuw waren geworden! Jammer genoeg stond de dader van al dit euvel ook nog eens net buiten het bereik van mijn lens, dus een uniek fotomoment met de sperwer werd me ook niet gegund.

Al met al was dit een boeiende, en inspirerende week ondanks de strenge kou en het afzien. Dit soort dingen hoop ik in de toekomst vaker te gaan doen!